Expositie Edith Snoek t/m 6 dec. 2025

Blikken vol twijfel, genegenheid of soms een vleugje verlegenheid. Duidelijk nog een kind, maar toch al een individu met een eigen karakter. In de vroege schilderijen van Edith Snoek (1958) ontmoeten we kinderen zoals kinderen horen te zijn: oprecht, kwetsbaar en zonder de behoefte zich beter of mooier voor te doen dan ze zijn. Juist daarin schuilt de kracht van haar werk – de herkenbare, menselijke echtheid die haar figuren een bijna tastbare aanwezigheid geeft.

Snoek weet met verfijnde penseelvoering en subtiele kleurtonen de ambivalentie van de kindertijd te vangen: dat fragiele evenwicht tussen onschuld en zelfbewustzijn, tussen openheid en terughoudendheid. Haar portretten zijn nooit sentimenteel, maar tonen een respectvolle nabijheid – alsof de schilder zich even terugtrekt om de geportretteerde ruimte te geven zichzelf te zijn.

Na haar afstuderen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (2003) heeft Snoek haar beeldtaal voortdurend ontwikkeld. Naast haar werk waarion meisjes centraal staan maakt ze ook landschappen. Deze zijn wonderlijk en soms dromerig: plekken waar stilte, herinnering en verbeelding samenvloeien. Het lijkt alsof de innerlijke wereld van de kinderen is uitgewaaierd in een nieuw universum van licht en atmosfeer.

Wat blijft, is Snoeks vermogen om het onzegbare te verbeelden, de momenten van verwondering, aarzeling en introspectie die ons mens maken. Of ze nu een blik schildert of een horizon, telkens nodigt ze de toeschouwer uit om even stil te staan en te kijken met dezelfde aandacht waarmee zij schildert.